Gezondheid

  • Chronische diarree
  • Overgewicht bij uw dier
  • Suikerziekte bij de hond en kat
  • Oververhitting
  • Vergiftigingen
  • Heeft mijn hond of kat voedselallergie?

Chronische diarree

Iedere hond of kat heeft wel eens diarree. Oorzaken kunnen zijn het overstappen op nieuw voer, bedorven voedsel, of bijvoorbeeld een virusinfectie. Al deze oorzaken herstellen, soms zelfs zonder tussenkomst van de dierenarts binnen enkele dagen. Bij sommige dieren herstelt de diarree niet, of komt steeds weer terug. In die gevallen is er sprake van een chronisch diarree probleem.

Oorzaken van een chronische diarree

De belangrijkste oorzaken voor een chronische diarree zijn grofweg in drie groepen in te delen. Het kan gaan om een overgevoeligheid voor voedselbestanddelen, een van de vormen van immuungemedieerde darmziekten of een vorm van darmkanker.

Voedselovergevoeligheid

Sommige honden of katten hebben of ontwikkelen gedurende hun leven een overgevoeligheid voor een of meerdere voedselbestanddelen. Het blijkt nogal eens te gaan om de eiwitbronnen die in het voer zitten. Een dier kan bijvoorbeeld allergisch zijn voor rundvlees. Omdat vrijwel alle diervoeders een mix van de dezelfde ingrediënten bevatten helpt het niet om simpelweg van voer te veranderen.

Immuungemedieerde darmziekten

Bij een immuungemedieerde ziekte van de darm raakt de darm steeds weer ontstoken zonder dat daar een duidelijke reden voor is. Bij onderzoek van de darm onder de microscoop worden grote hoeveelheden ontstekingscellen in het slijmvlies van de darm gevonden. Vaak zijn er ook zodanige beschadigingen in het slijmvlies dat de darmwand bloedinkjes vertoont. Als gevolg hiervan kan de hond of kat zwartverkleurde ontlasting produceren.

Darmkanker

Er zijn verschillende vormen van kanker van de darm bekend. Bij de vormen die leiden tot chronische diarree is vaak de hele darmwand aangetast. Bij microscopisch onderzoek worden dan overal in het slijmvlies van de darm kankercellen gezien. Het betreft meestal een kanker van de witte bloedcellen.

Verschijnselen

De verschijnselen die het gevolg zijn van voedselovergevoeligheid, een immuungemedieerde darmziekte en darmkanker lijken erg op elkaar. Als gevolg van misselijkheid hebben de honden en katten meestal minder zin in hun eten, soms slikken ze veel, en ze kunnen overgeven. Ze produceren vaker ontlasting op een dag en de ontlasting is dunner dan normaliter. Er kan slijm en bloed bij zitten. Bij honden met een voedselovergevoeligheid zijn er meestal geen andere ziekteverschijnselen. Ze zijn vrolijk, voelen zich niet ziek en vallen bijvoorbeeld niet af. Dieren met een immuungemedieerde darmziekte en dieren met darmkanker voelen zich meestal ook wel echt ziek. Ze vermageren, zijn sloom, en krijgen een doffe vacht.

Diagnose

Als wij na onderzoek vooral denken aan een voedselovergevoeligheid moet eerst uitgezocht worden of dieetbestanddelen een ontstekingsreactie veroorzaken in de darm. Dit kan door twee maanden een speciaal hypoallergeen dieet aan uw hond of kat te voeren. Als het inderdaad gaat om een voedselovergevoeligheid zullen de verschijnselen van misselijkheid en diarree na een aantal weken verdwijnen. Bloedonderzoek kan belangrijk zijn om andere oorzaken uit te sluiten. Om de diagnose immuungemedieerde darmziekte of darmkanker te kunnen stellen is een endoscopisch onderzoek van de darm nodig. Hierbij worden biopten genomen voor microscopisch onderzoek.

Behandeling

De behandeling van een voedselovergevoeligheid bestaat uit het levenslang voeren van speciaal dieetvoedsel. Een immuungemedieerde darmziekte wordt met hypoallergeen dieetvoer en afweeronderdrukkende medicijnen zoals prednisolon behandeld. Vormen van darmkanker waarbij de hele darmwand is aangetast kunnen in het algemeen slechts tijdelijk behandeld worden. Er bestaat hiertegen helaas geen afdoende behandeling.

Overgewicht bij uw dier

Overgewicht is het meest voorkomende voedingsprobleem bij de hond en de kat, en er is sprake van een toenemende trend. Bijna 40% van de honden (en katten) is inmiddels te zwaar. Al bij 5% teveel gewicht wordt er gesproken van overgewicht, bij 20% teveel gewicht is er sprake van obesitas. Dit lijkt veel, maar een jack russel die 6 kilo zou moeten wegen en 6.3 weegt heeft al overgewicht. Een labrador die 30 kilo zou moeten wegen heeft al obesitas als hij 36 kilo weegt. In de rasstandaard staat het gemiddelde gewicht per ras genoemd. Het is echter onbetrouwbaar om dat gewicht als “ideaal gewicht”aan de te houden. Als uw hond kleiner of compacter gebouwd is dan de honden waar de rasstandaard op gebaseerd is, gaat dit gewicht niet op. Het meest betrouwbaar is de Body Condition Score. Gewichtstoename kan beïnvloed worden door het ras, de leeftijd, geslacht, castratie, sterilisatie of ziektes. Ongeacht de rol van deze beïnvloedende factoren is de reden van overgewicht altijd dat de energieopname hoger is dan het energieverbruik. De energieopname komt uit de voeding die de hond of kat binnen krijgt; hieronder vallen natuurlijk niet alleen de maaltijden, maar ook de koekjes, snoepjes, boterhammen, blokjes kaas, schaaltjes vla enz. Het energieverbruik komt uit de onderhoudsstofwisseling van het lichaam, maar wordt sterk beïnvloed door de hoeveelheid beweging die het dier krijgt. Als u vermoedt dat bovendien een ziekte of een medicijn het overgewicht van uw dier beïnvloedt, kunt u dat het beste bespreken met uw dierenarts. Een dier met overgewicht ziet er misschien wel knuffelbaar uit, maar is absoluut niet gezond. Vetcellen zorgen niet alleen voor isolatie, maar produceren ook verschillende stoffen. Deze stoffen veroorzaken bijvoorbeeld ontstekingen en kunnen zorgen voor allerlei gezondheidsrisico’s. Daarnaast kan de vettige isolatielaag van uw dier het onderzoek en de behandeling bij de dierenarts bemoeilijken en wordt een eventueel narcose en operatie risico groter. Afvallen is dus essentieel voor een dier met overgewicht. Overgewicht en obesitas verhogen het risico op ernstige medische aandoeningen, waaronder

  • Artrose
  • Orthopedische problemen zoals een kruisbandruptuur
  • Suikerziekte ofwel diabetes mellitus
  • Lichte ontstekingen bijvoorbeeld in de huid
  • Hoger narcoseriscio
  • Kans op oververhitting
  • Verlaagde vruchtbaarheid, meer problemen bij bevallingen
  • Hoge bloeddruk
  • Tracheacollaps
  • Ademhalingsproblemen
  • Slechte vacht, schilfering
  • Hartproblemen
  • Verminderde immuunfunctie

Succesvol afvallen begint bij de eigenaar. Hij moet gemotiveerd zijn en begrijpen dat het een lang en intensief traject kan zijn om de hond op een gezond gewicht te krijgen en te houden. Begin met het stellen van een realistische doelstelling. Streef naar een gewichtsvermindering van 1 tot 2,5% per week. Voor een labrador van 30 kilo die 25 kilo moet wegen is dat maar 0.3 kg per week. Het duurt dan bijvoorbeeld 4,5 maand om het gewenste gewicht te bereiken. Te drastisch verminderen van de hoeveelheid voeding kan leiden tot afbraak van de spiermassa of zelfs tot voedingstekorten. Dat geldt ook voor het vervangen van de voeding door sperziebonen, iets wat bovendien zorgt voor veel ontlasting. Maak daarom gebruik van een vermageringsdieet met voldoende voedingsstoffen maar minder calorieeën. Dit zorgt voor een geleidelijke afbouw van de vetreserves en behoud van de spiermassa van uw hond of kat. Zorg ook voor een toename van energieverbruik door voldoende lichaamsbeweging: lopen, zwemmen of fysiotherapie bijvoorbeeld. Kunt u geen extra tijd vrijmaken om meer met de hond te bewegen? Zoek dan contact met de honden uitlaatservice of maak een beweegkalender. Op de kalender kunt u aangeven welk gezinslid die dag met de hond moet gaan bewegen. Als u de dagen verdeelt onder uw familie (of vrienden) kost het uzelf niet iedere dag extra tijd, maar kan de hond welk elke dag lekker bewegen. Heeft u een bedelende hond? Leidt de hond dan af door met hem te spelen of te gaan wandelen. U kunt hem ook een kauwbot geven of een aantal brokjes van het vermageringsdieet (eventueel in een speeltje bijv een kong), maar trek deze brokjes dan af van de maaltijd die erop volgt. Het u een bedelende kat? Leidt de kat dan af door zijn maaltijd in een speeltje te doen zodat hij moet bewegen om de brokjes te pakken te krijgen. Heeft u twee katten en hoeft er maar één op dieet? Zet het bakje van de slanke kat dan op een plek waar alleen de slanke kat bij kan. Dit kan bijvoorbeeld bovenop een kast zijn, als de te zware kat daar niet meer op kan springen. Het verzadigingsgevoel van uw huisdier wordt maar voor een klein deel bepaald door de vulling van de maag. Belangrijker zijn de bloedsuikerspiegel en het verzadigingssignaal dat de darmcellen aan de hersenen doorgeven als er vet opgenomen is. Een goed dieet zorgt voor een langdurig stabiele bloedsuikerspiegel. Laat uw dier regelmatig op de kliniek wegen, zodat u het resultaat kunt volgen. U kunt ook een foto maken op de dag dat u begint en een paar maanden later nogmaals, dan ziet u het verschil. Is het afvallen gelukt? Dan mag u daar best trots op zijn! Zorg dat uw dier niet direct weer stopt met bewegen of meer gaat eten als het resultaat is bereikt. Dat zou zonde zijn. Heel veel succes.

Suikerziekte bij de hond en kat

Suikerziekte of diabetes mellitus komt helaas veel voor bij honden en katten tegenwoordig. In dit artikel gaan we in op de oorzaken en de therapie hiervan. Indien naar aanleiding van dit artikel nog vragen bij u ontstaan, schroom niet ons te mailen of te bellen. In de darmen wordt voedsel afgebroken tot voor het lichaam bruikbare bouwstenen. De koolhydraten worden in de darmen voornamelijk afgebroken tot een suiker dat glucose wordt genoemd. Glucose wordt vanuit de darm in het bloed opgenomen en na een maaltijd stijgt dus het aanbod van glucose vanuit de darm aan het bloed.

Voor de lichaamscellen is glucose praktisch onmisbaar, niet alleen als bouwsteen maar ook als brandstof. Lichaamcellen nemen alleen glucose uit het bloed op als ze daartoe door het hormoon insuline zijn aangezet. Insuline, dat wordt gemaakt door bepaalde cellen in de alvleesklier, zorgt er dus voor dat de cellen voldoende glucose kunnen opnemen en bovendien zorgt insuline er zo voor dat het glucosegehalte in het bloed binnen nauwe grenzen blijft. Als er te weinig insuline is, blijft er teveel glucose in het bloed achter en is er sprake van suikerziekte. Bij suikerziekte is dus het glucosegehalte in het bloed, ook wel het bloedsuikergehalte genoemd, verhoogd. De cellen daarentegen hebben bij een tekort aan insuline juist een gebrek aan de brandstof en bouwsteen glucose.

Oververhitting

Met zomerse temperaturen is de zonnesteek bij de hond (of kat!) helaas weer een veel gezien en zeer ernstig probleem. De lichaamstemperatuur stijgt boven de 41 graden Celcius uit en er treedt schade op aan verschillende organen in het lichaam. Dit kan leiden tot permanente hersenschade. Daarnaast komt maar liefst 50-60% van de honden met een hitteberoerte te overlijden. Preventie is daarom van groot belang. Niet alle tips die de ronde doen zijn echter even effectief of zelfs veilig. Hoog tijd om de juiste informatie voor u op een rijtje te zetten!

Niet alleen honden die zich in de zon bevinden kunnen klinische verschijnselen van zonnesteek oplopen. De term hitteberoerte is dan ook een meer passende benaming. Blootstelling aan een hete en vochtige omgeving kan leiden tot de klassieke vorm van hitteberoerte. Dat zware fysieke activiteit kan leiden tot de inspanningsvorm van hitteberoerte is niet bij iedereen bekend.

Door de stofwisseling van een dier wordt continu warmte geproduceerd. Verder zorgt een warme omgeving voor opwarming van het lichaam van buitenaf. Om de lichaamstemperatuur constant te houden beschikt het lichaam over een groot scala aan regulatiemechanismen.

Een hitteberoerte met alle nare gevolgen van dien treedt op als de hond, om wat voor reden dan ook, niet meer in staat is om zijn lichaamstemperatuur binnen de normale waarden te houden.

Een hond met een hitteberoerte hijgt continu, heeft vaak een temperatuur boven de 40 graden, een snelle hartslag, plakkerig droge wangslijmvliezen en vertoont uitputtingsverschijnselen. Daarnaast kan het dier een dronkemansgang hebben, plotseling blind lijken, toevallen krijgen en zelfs in coma raken.

Oververhitting voorkomen … hoe doet u dat?

Een slanke hond met een goede conditie zal minder snel verschijnselen van een hitteberoerte gaan vertonen dan een te stevige hond met weinig uithoudingsvermogen. Door uw hond ruim voorafgaand aan de warme periode af te laten vallen tot een ideaal gewicht en fysiek fit te maken door regelmatig voldoende beweging kan uw hond de hitte beter aan.

Niet alle honden beseffen zelf het risico van een hitte beroerte! Door lichamelijke activiteit wordt flink wat warmte geproduceerd. Hoe enthousiast uw hond op warme dagen ook is, u bepaalt als eigenaar wanneer er voldoende is gerend/gefietst/gespeeld. Op die manier kunt u uw hond in bescherming nemen tegen zichzelf.
Verkort de uitlaatsessies op warme momenten en compenseer dit door te trainen op de koele momenten van de dag zoals ’s ochtends vroeg en ’s avonds laat.

Biedt onbeperkt fris drinkwater aan

Uitdroging leidt ertoe dat meerdere processen om warmte kwijt te raken, waaronder verdamping, niet meer goed functioneren. Honden hebben alleen zweetkliertjes bij hun voetzolen. Waar wij mensen onze warmte kunnen kwijtraken door verdamping van transpiratievocht over ons hele lichaam kan een hond dit niet. Door te hijgen zorgt een hond ervoor dat lucht met grote snelheid langs de vochtige slijmvliezen van de bek stroomt. Door de verdamping van dit vocht verliest de hond een groot deel van zijn warmte. Bij een uitgedroogde hond zijn de slijmvliezen droog en werkt dit belangrijke mechanisme niet meer. Het voorkomen van uitdroging is dan ook essentieel in de preventie (en therapie) van een hitteberoerte. Doordat uw hond veel vocht kwijtraakt via het hijgen zak hij meer dorst hebben dan u van hem gewend bent.

Laat uw hond op warme dagen niet in de auto achter, ook niet met het raampje open

Binnen zeer korte tijd kan de temperatuur in de auto spectaculair oplopen. Bedenk goed dat ook schaduw gecreëerd door een boom of huis niet van eeuwige duur is en dat een kort bezoek aan bijvoorbeeld het winkelcentrum soms onverhoopt flink uit kan lopen.

Zorg dat uw hond toegang heeft tot een goed geventileerde schaduwplek. Bedenk dat sommige buitenkennels in de zon dan misschien wel schaduw kunnen bieden, maar bij weinig ventilatie alsnog zeer warm kunnen worden. Het plaatsen van een thermometer in het hok geeft u een beter inzicht in de temperaturen op zomerse dagen.

Uw hond heeft het veel te warm … wat nu?

Neem contact op met uw dierenarts als u uw hond verdenkt van een hitteberoerte. Oververhitting is een gevaarlijke aandoening die helaas door veel mensen wordt onderschat. De zeer hoge lichaamstemperatuur bij een hitteberoerte zorgt voor schade aan veel organen en kan uiteindelijk zelfs leiden tot sterfte. Uw dierenarts kan beoordelen of behandeling op de praktijk nodig is en u adviseren wat u thuis kunt doen voor uw hond.

Neem de temperatuur op van uw hond

Een gewone thermometer van de drogist volstaat prima en u kunt het temperaturen voor uw hond wat minder onprettig maken door bijvoorbeeld een druppeltje sla-olie op de thermometer te druppelen alvorens deze in de anus in te brengen. De gemiddelde temperatuur van de hond ligt tussen de 38,0 graden en 39,0 graden, een stuk hoger dus dan bij de mens.

Zet uw hond niet in een bad met ijswater!

Naast het feit dat dit heel pijnlijk is voor uw hond heeft het niet het gewenste effect, hoe verkoelend het ook klinkt. Door de extreme kou knijpen alle bloedvaatjes die in de huid lopen samen, waardoor de huid niet meer goed wordt doorbloed. De hond kan op deze manier zijn warmte juist niet meer kwijt. Verder zal de hond in dit ijzige water gaan rillen, waardoor alleen nog maar meer lichaamswarmte wordt geproduceerd.

Door verdamping van water op de huid en uit de vacht wordt warmte aan het lichaam onttrokken en koelt een hond het beste af. Zodra uw hond het te warm krijgt is het dan ook verstandig om de hond nat te maken met koel water en daarna voor verdamping van het water te zorgen door het dier bijvoorbeeld voor een ventilator te zetten, een föhn op de koude stand op het dier te richten of bij gebrek aan dit soort apparatuur simpelweg te wapperen met een groot stuk karton (mits uw hond daar niet onrustig van wordt, onrust leidt tot een stijging van de lichaamstemperatuur!). Het dier alleen één keer nat maken en vervolgens laten liggen is veel minder effectief, aangezien verdamping dan in veel mindere mate optreedt. Vergelijk dit eens met de situatie waarin u net uit het water komt – dan krijgt u het veel eerder koud als het waait dan wanneer het windstil is, ook al is de buitentemperatuur gelijk! Uw hond blijven koelen met stromend koel water uit een tuinslang zorgt voor continue verkoeling van de waterlaag rond het dier en is een goed alternatief om de temperatuur van uw hond weer te laten dalen.

Voorkom (verdere) uitdroging

Uitdroging is schadelijk voor de organen en zoals vermeld kan een uitgedroogde hond zijn warmte niet meer goed kwijt. Biedt daarom voldoende drinkwater aan uw hond aan.

Pas op dat u uw hond niet teveel laat afkoelen

Het gevaar bestaat dat u in uw enthousiasme door blijft gaan met koelen, waardoor oververhitting omslaat naar onderkoeling. Zodra de temperatuur van uw hond is gedaald naar ongeveer 39,7 graden dient het actief koelen van de hond te worden gestaakt om onderkoeling tegen te gaan. Het is verstandig om ons te raadplegen voor specifieke adviezen, zodat uw hond weer zo snel mogelijk de oude is.

Vergiftigingen

Honden zijn vaak alleseters. Dat maakt het risico op het eten van gevaarlijke stoffen of voorwerpen groter dan bijvoorbeeld katten, die wat kieskeuriger zijn. Vergiftigingen kunnen verschillende symptomen geven, onder andere braken, diarree, spiertrillingen of ademhalingsproblemen.

Heeft uw huisdier een gevaarlijke stof ingeslikt, bel ons dan direct voor advies. Snel handelen kan van levensbelang zijn!

Geef om te braken nooit een schep zout in de bek, dit kan zoutvergiftiging geven en de situatie verergeren. Bij sommige stoffen mag je een dier juist niet laten braken.
Neem altijd de verpakking van het product mee naar de kliniek.

Gevaarlijke stoffen voor dieren zijn bijvoorbeeld schoonmaakproducten, medicijnen, ratten en muizengif, bestrijdingsmiddelen, en bepaalde planten. Maar ook voor ons onschuldige etenswaren kunnen voor dieren zeer gevaarlijk zijn. bijvoorbeeld chocolade, avocado, druiven en rozijnen, allium soorten (ui, knoflook, prei, bieslook), macadamianoten en xylitol (zoetstof).

Heeft mijn hond of kat voedselallergie?

Er wordt regelmatig een voedselovergevoeligheid bij honden en katten gediagnosticeerd, vooral bij jonge honden. Hoe een hond of kat een allergie of voedingsintolerantie precies ontwikkelt, is nog altijd niet duidelijk. Hoe vaker het dier een bepaald eiwit binnenkrijgt, hoe groter de kans is dat het dier een allergie ontwikkeld. Maar een dier kan ook reageren op een ‘nieuw’ eiwit dat ze nog nooit eerder binnen hebben gekregen. De aanleg voor een allergie kan erfelijk bepaald zijn.

Preventieve zorg
Overige algemene informatie
Terug naar Diereninfo

Contactinformatie praktijk

Dierenkliniek Veenendaal

Terug
  • Ma
    8.30 - 19.30 uur
  • Di
    8.30 - 18.00 uur
  • Wo
    8.30 - 19.30 uur
  • Do
    8.30 - 19.30 uur
  • Vrij
    8.30 - 17.00 uur
  • Za
    Gesloten
  • Zo
    Gesloten
Terug

Vind ons hier:

Castor 3 3902 SC Veenendaal Wij werken op afspraak Telefonisch spreekuur 13.30 - 14.00 u
ontvang een routebeschrijving via Google Maps